
‘Are we ready?’
Het geluid komt van beneden: ‘One two three … go!’ Ik zie vier koppies tegelijkertijd achterover slaan, hand voor de mond. Het goedje glijdt hun keel in. Ik ben benieuwd wat ze in hun hand hadden. Het smaakt vies want nu gillen ze om het hardst: ‘Give me the water! The water, quick!’ en ‘Who’s idea was this anyway?!’
Een uurtje later stap ik op mijn fiets. Ik open de fietstas en op de bodem ligt een zwart metalen kokertje in de vorm van een bolknak-sigaar. Ik draai het bovenste deel eraf en zie een dubbelwandig kokertje. Onbegrijpelijk stukje gereedschap. Bij navraag begrijp ik dat het een coke dispenser is. Hiermee kun je precies afgepast een portie coke opsnuiven. Geen gedoe met spiegels, zakmessen, rietjes en wat je al niet gebruikt aan parafernalia om aan je gerief te komen. Handig voor een snuifje ‘on the road’ zeg maar.
De snuiver had het misschien op z’n heupen gekregen in het zicht van een handhaver, dan wel politie. Geen gekke gedachte trouwens: het is nog niet eens zo lang geleden dat er in deze buurt hele straten werden afgezet. Niemand mocht er dan meer in of uit, gewoon zomaar midden op de dag. Vervolgens fouilleerde de politie iedereen in het ‘gevangen’ gebied. Mooie staaltjes van menselijk falen voorbij zien komen. Maar ik dwaal af, het ging om patserige poeiers en aanverwanten.
Ik kijk naar rechts. Eenzelfde groepje. Ook zij staan in een kringetje en houden alledrie hun hand op. Eén van de jongens heeft een plastic bakje in z’n hand. Zoiets als de Chinees gebruikt voor sambalbij. Hij schudt bruine brokjes in een ieders hand. De handen voor de mond en hup! Achterover het keeltje in. Ze wandelen op hun gemakje weg.
Ik dacht eigenlijk dat de meisjes de attractie van de buurt waren. Zit ik even fout zeg.
Wat is bij jou de attractie van de buurt? En, zie je daar ook wel ’s mensen die met hele andere zaken bezig zijn? Deel het met je medemens! Wij leven met je mee!